Onlangs kreeg ik het acuut op mijn heupen: ik moést er echt even tussenuit.
Even alle prikkels van het leven in de (Rand)stad achter me laten en resetten.
Buiten zijn. Blauwe lucht en zonlicht happen. Blote voetjes in het zand. Helder zeewater.
Even geen herrie of troep op straat. Geen verlaagde Audi's of Golfjes met knallende sportuitlaten.
Wat te doen?
Zoals gewoonlijk schoot als eerste de gedachte aan Spanje te binnen maar dat was natuurlijk te ver weg voor een weekje en bovendien te kort dag om met werk te regelen.
Rügen dan? De weersverwachting zag er goed uit en er bleek zowaar een plekje te reserveren op die camping aan zee, waarvan we al van een vorig bezoek wisten dat die razendpopulair was.
Het bleek een gouden keus, just what the docter ordered. Rust, reinheid en de regelmaat van slapen, relaxen, lezen, eten. Repeat. Geen noodzaak om de hangmat vlak aan zee te verlaten, maar toch een dagje toeren naar pittoreske stadjes met opgeknapte witte huisjes en uiteraard wandelen boven de prachtige krijtrotsen in het Jasmund Nationalpark.
Een Flammkuche op de Pier in Sellin, een ijsje bij het Kurhaus in Binz, een Aperol Spritz in de Altstadt van Sassnitz. Gewoon omdat het kan.
Heerlijk!