Photo's

‘Letterlijk en figuurlijk hoogtepunt: Pathibhara Devi Temple’

De Pathibhara Devi tempel (3794m) -ook wel Mukkumlung genoemd- is een van de belangrijkste heilige plaatsen voor Hindu en Limbu pelgrims in Nepal. 
De tempel is gewijd aan de godin Durga, waarvan de legendes zeggen dat zij buitengewoon sterke krachten heeft en de diepste wensen van haar aanbidders hoort en vervuld. Ze is daarbij zeer welwillend en elke daad van onbaatzuchtigheid en toewijding, zoals bidden of offeren, volstaat al snel.

Op onze personalised-pelgrims-reis hebben we allemaal onze eigen diepe, oprechte wens voor Pathibhara in ons hart gesloten. Voor de een betekent dat iets loslaten, iets achter zich laten, voor de ander een wens voor familie of een geliefde, voor gezondheid of voor geluk.
In Kathmandu kopen we gezamenlijk een speciale mala, als symbool voor al onze wensen. En nadat we alle luxe en comfort van het stadse leven achter ons hebben gelaten en onszelf de volgende acht dagen tegenkomen in vermoeidheid, pijn en wanhoop, staan we dan eindelijk op de top van de tempelberg.

Innige omhelzingen, vloeiende tranen, openvallende kaken, euforie, momenten van stilte en introspectie, dankbaarheid en heling.

De duizenden gebedsvlaggen wapperen hun gebeden naar de goden, die zo dichtbij en alomvattend het decor vormen: Khumbakarna/Mount Jannu (7710m) en Kanchenjunga (8586m) en vele andere zeven- en achtduizenders. De lucht gevuld met de geur van wierook en het geluid van bellen en belletjes. En ja ook met het geluid van grote khukri messen op een hakblok op de offerplaats.

We offeren onze mala op het hoogste punt van de tempelberg en dalen als een ander mens af naar de bewoonde wereld.

Lees meer...

‘Lovely Limbudin’

Een van de mooie dingen van trekking in oost-Nepal is dat je er echt -ook anno 2023- geen westerse toeristen tegenkomt, waardoor het zeer authentiek aanvoelt. 
Het gebied kenmerkt zich door rijstvelden, bamboebossen, cardamom-plantages, kleine dorpjes en nederzettingen, bewoond door Sherpa, Rai en Limbu. 
Ontmoetingen met deze prachtige mensen zijn altijd een feest met die stralende glimlach, twinkelende ogen en warme ‘Namaste!’-begroeting. Meerdere keren per dag een feel-good ervaring, daar wordt een mens blij van!

We lopen eerst naar Sandakphu (3636m), het beginpunt van de ‘Great Himalayan Trail Lower Route’, precies op de grens tussen Nepal en India. Vervolgens gaat het westwaarts. Van Changthapu(1550m) is het nog een dag lopen naar het sprookjesachtige gehucht Limbudin (1123m). Net als twee jaar geleden raak ik bij aankomst betoverd door de aanblik van de kenmerkende ‘ficus religiosa’, die me aan de Ewa-boom uit de film Avatar doet denken.

Destijds met twee personen, een drager en een gids, konden we terecht in het huis van een lieve familie. Nu zijn we met een groep van in totaal 14 personen en mogen we onze tentjes opzetten in het rijstveld van diezelfde familie. Wat een ontroerend weerzien is het, en wat een overheerlijke dhal bhat eten we, gezeten op de grond, onder goedkeurend oog van opa, oma en de heer des huizes . Zoon en dochter zijn supertrots op hun prachtige baby en oma is net als vorige keer de ondeugende, schalkse grappenmaakster.

's Nachts is het helder en stil, twinkelen de sterren helder en gaan ze vrijwel ongemerkt over in de lichtjes van de huisjes in heuvels en bergen verder weg. Geborgen, moe, voldaan en dankbaar vallen we in slaap en klinkt er nog slechts een orkest van snurkgeluiden.

Lees meer...

‘Pelgrimeren op de Great Himalayan Trail (Dag 3)’

Dag 3: Chyangthapu -→ Phalut

 

Vandaag is DE dag. 
Vandaag lopen we naar Phalut, het officiële startpunt van de Great Himalayan Trail, letterlijk op de grens van oost-Nepal met India gelegen. Vandaar beginnen we de dag erna onze reis westwaarts naar Pathibhara.
Chyanthapu ligt op 1550 meter hoogte. Phalut op 3450 meter. Een klim van 1900 meter in een dag dag is volgens elke maatstaf een monsterklim. 
En om het allemaal nog wat spannender te maken vertrekken we veel later dan gepland. Want op het gemak lekker ontbijten met pannekoeken en een tweede kopje hete thee is natuurlijk ook gezellig. 
Oh, en volgens de lokale gids is de route die we twee jaar geleden liepen niet veilig vanwege een 'landslide' en moeten we nu dus omhoog via wat destijds onze terugweg was. Ik herinner me die lange dag gruwelijk continu afdalen nog zeer goed. En besef me wat dit betekent voor het programma van vandaag: dat wordt lang en gruwelijk continu stijgen.

Nadat we Chyanthapu zijn uitgelopen, uitgezwaaid door wapperende vlaggetjes en vriendelijk lachende mensen, steken we onze eerste hangbrug over en bevinden we ons ineens tussen cardamom-plantages. Niet voor lang, al spoedig nemen we een zijpad en begint de lange klim. Ondanks onze late start is het nog lekker fris en het ochtendlicht is zacht en prachtig. 
Het is voor de meeste deelnemers echt even wennen om de dij- en kuitspieren er zo opeens van langs te geven en ook het met vertrouwen plaatsen van de voetjes op die oneffen stenen en steile rotspaadjes lukt nog niet altijd even goed.  
De lunch nuttigen we vandaag in het veld en bestaat uit meegenomen chapati's en hard gekookte eitjes. Het kost niet veel tijd om die naar binnen te werken. Wat echter wel voor vertraging zorgt is het ‘harmonica-effect’ van het lopen in een groep. Als na een rustpauze het sein ‘djam djam’ ('let's go!') van de gidsen klinkt, zit er behoorlijk wat tijd tussen de eerste en de laatste deelnemer die is opgestaan, uitgekletst, zn spullen heeft ingepakt en weer aan het lopen is. 
Ook blijkt het vaak moeilijk om in te schatten hoe snel je warm wordt van het lopen in de bergen. Ondanks het motto ‘Be bold, start cold!’ stoppen velen al na enkele minuten om de rugzak af te doen, toch die trui of jas maar weer uit te doen, het kledingstuk op te bergen en de rugzak weer om te doen. Toch vorderen we alles bij elkaar genomen gestaag en is de sfeer uitermate opgewekt.

Omdat we vrij laat in het seizoen zijn begint het vanaf een uur of vier snel frisser te worden en verdwijnt de zon ook in een rap tempo. Met als gevolg dat we eerst met truien en sjaaltjes in het schemer lopen en vervolgens al snel met donsjacks, handschoenen en hoofdlampjes in het donker en de snijdende kou. Althans degenen die zo slim waren handschoenen en hoofdlampje mee te nemen. Ik zelf val met twee linkerhandschoenen in een bijzondere tussencategorie.
En ondertussen is Phalut nog lang niet in zicht. Letterlijk en figuurlijk. Nog een uur? Nog twee uur? Echt? Niemand weet het of wil het horen.
Wat ben ik onder de indruk van de mentale weerbaarheid, kameraadschap en saamhorigheid van deze groep! Iedereen helpt elkaar, steunt elkaar en hoewel we allemaal stiller zijn dan voorheen valt er geen onvertogen woord. Het lopen valt iedereen nu zwaar en er rest niets anders dan doorgaan, het ene loodzware been voor het andere, tot we er zijn. Wanneer dat ook moge zijn. 
Dit is de ultieme breektest, nu komen we onszelf echt tegen. Iedereen graaft, vroet en bikt diep in het duister, gaat tot het uiterste, lijdt in stilte, komt oog in oog te staan met zijn of haar demonen en zoekt koortsachtig naar het juweel in de modder. 
En… vindt hem uiteindelijk: die innerlijke diamant, stralend en onverwoestbaar.

Na vier uur afzien in kou en donker steken we de grens met India over en komen we dan uiteindelijk aan bij Phalut. Waar geen plaats voor ons blijkt te zijn in de berghut. Nog maar verder strompelen op ons tandvlees dan, ons krijgen ze echt niet meer stuk.
Gelukkig is er vorig jaar aan de Nepaleze zijde ook een hut geopend, weet onze gids.  En gelukkig is deze hut niet ver en zijn we daar wel welkom. Zwijgzaam, met getekende gezichten, eten we -dik twaalf uur na vertrek uit Chyangthapu- dankbaar onze dhal bhat en zoeken daarna snel onze slaapzak op. Uitgeput. Helemaal op.

Maar diep van binnen weet iedereen nu: ‘Ik kan het WEL!’ Het diepe besef van die innerlijk overwinning geeft een euforische, helende transformatie die de volgende dagen voor iedereen zicht-, merk- en voelbaar is. 

Nu zijn we allemaal echte Pindo's!

 





 

Lees meer...

‘Pelgrimeren op de Great Himalayan Trail (Dag 2)’

Dag 2: Oyam-→ Chyangthapu

 

Gezien de vermoeiende jeepreis en de nachtelijke aankomst is het eigenlijk verwonderlijk hoe fris en fruitig iedereen om een uur of acht aan een ontbijt van gekruide en gebakken aardappeltjes, gekookte eitjes en zoete zwarte thee zit. Het zonnetje schijnt en in de frisse ochtendlucht nemen we hartelijk afscheid van onze gastheer- en vrouw en zetten we onze eerste stapjes op de dirtroad van Oyam naar Chyangthapu. 

15 Kilometer, gewoon de weg volgen, zonder al te veel klimmen of dalen, een mooie opwarmer voor wat ons de komende dagen verder nog te wachten staat. Als we terugkijken naar het stadje beneden in het dal, verbazen we ons over hoe snel dingen kunnen veranderen: op de open plek in het midden, waar twee jaar geleden nog tientallen kinderen in karate-pak hun ochtendgymnastiek deden, staat nu een groot nieuw (school?)gebouw.

Wat niet veranderd is, is dat we ook nu weer tientallen kinderen tegenkomen die -te voet, de haartjes mooi gekamd, de uniformpjes strak gestreken- op weg zijn naar school. Voor onze deelnemers de eerste kennismaking met de hartverwarmende werking van de ‘Namaste-begroeting’. Dat moment van contact, elkaar zien, met een stralende lach en twinkelende ogen, dat doet een mens goed, daar wordt je blij van.

Het is heerlijk lopen zo en de uren vliegen eigenlijk voorbij. Wat ons opvalt is hoe helder en groen het is in vergelijking met twee jaar geleden, toen we er eind maart liepen in plaats van eind november. Onderweg valt er veel te zien, kleine dorpjes met vriendelijk lachende en zwaaiende mensen, spelende kinderen, diepe valleien met grote rivierbeddingen waarin hangbruggen over een toch nog flink stromende rivier gespannen zijn, berghellingen met huisjes en ontelbare rijstvelden. Mooi. Iets minder genieten als we met sjaal voor het gezicht onze adem inhouden voor een zuchtende en steunende Tata truck die ons grommend en kreunend passeert en zich verder een weg omhoog baant door een steile haarspeldbocht. Fascinerend. En gelukkig maar een enkele keer.

Het is eind van de middag als een laagstaande zon prachtige stralen door de wolken schijnt en we de omgeving van vorige keer herkennen: we zijn er bijna! En inderdaad, opeens staan we weer voor de trap die ons naar de ‘hoofdstraat’ van Chyangthapu brengt. High fives en big smiles!
Ook hier veranderingen: de straat is versierd met boeddistische gebedsvlaggetjes ter ere van de opening -slechts vier dagen geleden- van een spiksplinter nieuw klooster. Een bezichtiging moet even op zich laten wachten want inchecken in het hotel -zelfde als vorige keer, de mensen herkennen ons nog- is nu toch even belangrijker.

Want na een hartelijk welkom smaakt de thee en nep-coca-cola goddelijk en wacht de dapperen onder ons een ‘niet-zo-warme’ douche. We eten gezamenlijk weer een heerlijke nepalese maaltijd, waarna we snel ons bedje opzoeken. Het bed is hard en de dekens zijn zwaar en stug, maar de kamers zijn ruim en schoon. En het enige dat echt telt is dat de kop eraf is. Vandaag was leuk en het lopen ging goed, eigenlijk best easy peasy. Dat zal morgen heel anders zijn.

Moe, voldaan en toch ook een beetje gespannen voor de grote klim die morgen op het programma staat valt iedereen weer snel in een diepe slaap.

 

Lees meer...

‘Pelgrimeren op de Great Himalayan Trail (Dag 1)’

Dag 1: Kathmandu -→ Bhadrapur -→ Oyam

 

Nogmaals even kort terug in de tijd: in 2021 had ik een sabbatical year en zat de wereld op slot vanwege corona-beperkingen. Nepal bleek als een van de weinige plekken nog toegankelijk en zodoende begonnen we daar aan een 40-daags avontuur, het lopen van het oostelijke deel van de Great Himalayan Trail Lower Route. De heilige Pathibhara tempel ligt op deze route en daarmee was het idee voor een P.I.N.D.O. pelgrimstocht geboren: Pelgrims In Nepal Door Omstandigheden.
Fast forward naar 28 november 2023, wanneer een groep pindo's hun luxe resort in Kathmandu verlaat voor de lange weg naar Pathibhara, om daar hun persoonlijke, diepste wens neer te leggen. En, zoals het een echte pelgrimsreis betaamt, gaat dat natuurlijk niet vanzelf. Zoals Loesje zegt: ‘Misschien moet je eerst jezelf tegenkomen om het te kunnen zijn’.
 

De dag voor vertrek oefenen we in de tuin van het hotel met het opzetten en inpakken van de tentjes en gaat de weegschaal koortsachtig rond om te checken of de rugzakken en tassen voor de dragers nu eindelijk eens een acceptabel gewicht hebben. Weegt zes kilo echt zooooo zwaar? En dan moet er nog twee liter water bij? En waar dienen al die riempjes en gespjes op de rugzakken toch voor? Aan de iets blekere gezichten dan normaal valt af te lezen dat iedereen nu wel beseft dat het echte avontuur gaat beginnen en dat het nog niet zo makkelijk zal zijn om met spullen op je rug steile bergpaadjes op te gaan sjokken.
Uiteindelijk staan we 's-ochtends vroeg netjes op tijd te wachten op ons busje. Best wat later dan afgesproken komt onze gids uiteindelijk aanrijden en de toch enigszins opgekomen spanning vanwege tijdig op het vliegveld moeten zijn blijkt voor niets, want binnen een half uurtje zijn we op de domestic terminal van het vliegveld en die stelt niet meer voor dan een kleine check-in-hal en daarna de even kleine security-check-hal. Voor we het weten zitten we dan ook in de wachtruimte bij de gate. Met een busje worden we naar ons vliegtuigje gereden, een turboprop ATR 72 van Buddha Air. Met pakweg 40 passagiers zitten we ongeveer half vol en lekker knus, twee aan twee, sommigen slapend, sommigen gezellig keuvelend, vliegen er zo drie kwartier voorbij. We zetten vervolgens voet op het vliegveldje van Bhadrapur, ook wel Chandragadi Airport geheten, in het uiterste zuid-oost hoekje van Nepal. Onze bagage wordt vrijwel direkt na de landing met een handkar van het vliegtuig naar de ‘hal’ geduwd en dan is het wachten op de jeeps die ons naar onze eerste overnachtingsplaats zullen rijden. Dit blijkt enige tijd te duren en we doden de tijd met toiletteren, chips, thee en frisdrank nuttigen en gezellig kletsen op de bankjes rond de bodhi-boom. 

Als de jeeps gearriveerd zijn komen ook de andere gids en onze dragers aan, die helemaal met de bus vanuit Kathmandu gereden zijn. Een hartverwarmend weerzien volgt, waarna de bagage op het dak gesjord wordt en we onze -veelal langer dan nepalese- lijven en ledematen binnenboord persen.
De stemming zit er goed in en met vrolijke nepalese muziek (bestaat er zoets als ‘N-pop’?) aan boord genieten we van de eerste kilometers in deze nieuwe omgeving, op weg naar het avontuur. Dat begint na pakweg een half uur rijden al meteen, wanneer we niet verder kunnen, vanwege een blokkade van de weg met diverse voertuigen en mensen met rode vlaggen. Het is onduidelijk wat er precies aan de hand is, maar het ziet er allemaal een beetje uit alsof het met politieke partijen te maken heeft. Hoe het ook zij, we moeten omkeren en wachten tot we bericht krijgen dat we verder kunnen. Een snelle blik op de kaart van zuid-oost Nepal leert dat er geen andere wegen zijn naar onze bestemming dus er zit niets anders op. We rijden terug naar een stadje en na een heerlijke maaltijd in een restaurantje wachten we daar vervolgens in onzekerheid op bericht over hoe nu verder. Behalve een wandelingetje in de achter het restaurant gelegen theevelden is er verder niets te doen en pas rond een uur of vijf 's-middags kunnen we uiteindelijk weer door.

Alles goed en wel maar dit oponthoud betekent dus dat we niet eind van de middag of vroeg in de avond aan zullen komen, maar veel later. Hoe veel later, daar durven we nu nog niet aan te denken. Eerst nog maar even genieten van het landschap zolang het nog licht is. Niet heel lang dus. Het uitzichtpunt Kanyam, midden in de theeplantages, passeren we in het donker en hierna worden de wegen steeds smaller, slechter en bochtiger, tot we uiteindelijk in Tharpu aankomen. Hier zijn we in 2021 gestopt om de volgende dag naar Oyam te lopen. Nu doen we die laatste 15 kilometer dirtroad in het pikkedonker met de jeep. Een avontuur op zich en een spectaculaire uitsmijter van deze dag. 

Om ongeveer 03:00 bereiken we dan eindelijk Oyam en rollen we duizelig en door elkaar geschud uit de jeeps. De kamers zijn snel gevonden, de slaapzakken en matjes snel uitgerold en binnen no time klinkt alleen nog het gesnurk van een stel dappere en vermoeide Pindo's.

 

 

Lees meer...

‘Leven en dood in Pashupatinath’

Een van de andere grote toeristen- en pelgrims-trekpleisters in Kathmandu is Pashupatinath: het meest heilige Hindu tempelcomlex van Nepal.
Ooit, in 1993, werd ik als jonge, Westerse leek in eerste plaats aangetrokken door het spektakel van de lijkverbrandingen die daar dagelijks aan de heilige Bagmati rivier plaatsvinden. En inderdaad, als je zoiets nooit eerder van zo dichtbij hebt gezien, gehoord of geroken, dan is dat alleen al reden genoeg om Pashupatinath te bezoeken.

Zoals zo vaak echter, brengt wat meer kennis over de achtergrond van de plek en de gebruiken, een diepere waardering van de ervaring. Dit keer nemen we onze deelnemers in het kader van verdere voorbereiding op onze pelgrimsreis mee in de de Samkhyaanse filosofie, waarin het gaat om een non-duale, functionele benadering van de wereld, in tegenstelling tot onze westerse, duale en objectieve blik. 

Kort gezegd, in de Indiase filosofie is iets niet 'dit' óf 'dat', maar beide… en meer.
In die zin staat de Hindu god Shiva ‘the Destroyer', waar deze tempel aan gewijd is, niet voor boosaardige vernietiging, maar voor ‘transformatie’. Net zoals ‘vuur’ niet alleen staat voor levensbrengende warmte en licht of mogelijk levensgevaarlijke vernietiging, maar ook voor ‘vertering’, ofwel ‘transformatie’.

Een ander aspect van deze filosofie is de cyclische aard van het universum, in tegenstelling tot het lineaire denken zoals we dat in het westen kennen. Tijd heeft hier geen begin of eind, maar herhaalt zich in cirkels. Misschien beter gezegd: evolueert in eindeloze spiralen. Het reïncarnatie-principe in een notedop. Logisch dus dat het voor gelovigen zo belangrijk is om op deze plek de transformatie van het aardse bestaan naar een andere dimensie te ondergaan.

Het tempelcomplex lijkt zich op het eerste gezicht te centreren rond de brandstapels aan de oever van de rivier, echter het echte middelpunt is de grote tempel met het dubbele gouden pagoda-dak, die slechts toegankelijk is voor Hindu's. Tijdens het Shivaratri-festival komen duizenden, tienduizenden gelovigen van heinde en verre naar dit heiligdom om een glimp ('darshan') van de Shiva-lingam te kunnen aanschouwen. Niet-hindu's die het spektakel willen beleven moeten het doen met een plekje op de trappen bij de rivier, of met een eenvoudige replica van de Shiva-lingam, net buiten de ingang van het complex.

Die Shiva-lingam wordt trouwens vaak lacherig afgedaan als ware het een kosmische penis, omhoog wijzend uit een al even kosmische yoni (vagina). En hoewel er zeker een link is met de mannelijke- en vrouwelijke energie staat de lingam vooral symbool voor het vormloze, het non-duale aspect van Shiva, waarvan de legende zegt dat hij in wezen een oneindige lichtstraal is, zonder begin of einde.

Mocht deze deepdive in de Indiase filosofie enigzins beginnen te duizelen, dan laat een en ander zich wellicht ook heel simpel beschrijven met het volgende tafereel:
Na zonsondergang, als de priesters tijdens de ‘aarati’ met vuur en wierook hun rituelen uitvoeren en honderden toeschouwers toekijken terwijl de overledenen klaargemaakt worden voor hun crematie, klinkt door de microfoon van de voorganger ineens een ‘Happy Birthday to you!’ dat vervolgens luidkeels door alle aanwezigen meegezongen wordt. Probeer het je maar eens voor te stellen.

De viering van een nieuw levensjaar in perfecte harmonie met de viering van het verlaten van de aardse wereld. Alles is een. Geen begin, geen einde. De eeuwige cyclus van het universum.

 

Lees meer...

‘De luizentempel’

Zonder twijfel een van de meest bekende attracties van Kathmandu is de Swayambunath stupa, ofwel de ‘Monkey Temple’.
Die laatste naam laat zich ogenschijnlijk makkelijk duiden, gezien de honderden apen die daar in (meestal) vreedzame co-existentie met alle pelgrims en toeristen leven. 
Toch zit er een bijzonder verhaal achter de aanwezigheid van deze apen: volgens de legende zijn zij reïncarnaties van hoofdluizen van Manjushri, een bodhisattva die nauw verbonden is aan de ontstaansgeschiedenis van Swayambunath en de Kathmandu-vallei.

Het hele tempelcomplex, gelegen op een heuvel, staat vol met beelden, bouwwerken en artefacten die refereren aan zowel boeddhistische als hindoeïstische mystiek en symboliek. Het is daarmee een van de weinige plekken ter wereld waar twee religies in totale harmonie naast elkaar bestaan. Correctie: drie religies, want naast boeddhisme en hindoeïsme draait het in Nepal zeker ook om toerisme!
De architectuur van de stupa zelf symboliseert de boeddhistische kijk op de elementen en het pad naar verlichting, ook weer gemengd met hindoeïstische aspecten, zoals de zogenaamde 'torana's', poorten naar andere dimensies.
Het meest in het oog springende aspect hiervan zijn de alziende ogen van boeddha: waakzaam de vier windrichtingen in kijkend, de ogen half geloken, om ons te herinneren aan de blik naar binnen, aan de wijsheid in onszelf. De ‘neus’ is geen neus en ook geen vraagteken, maar het nepalese getal ‘1’, dat symbool staat voor de eenheid van alles, de non-dualiteit van het universum.

We ondernemen de klim naar de stupa als symbolische start van onze eigen pelgrimstocht naar Pathibhara en tevens als eerste test van onze beenspieren. In tegenstelling tot wat Wikipedia zegt zijn er 424 traptreden te overwinnen, aan het eind steeds steiler geplaatst. Een beetje zoals het pad naar verlichting: een begin is makkelijk gemaakt, maar het vereist toewijding en volharding om er echt te komen. Door zo met aandacht te lopen raken we vanzelf in pelgrimsmodus en is het eigenlijk geen verrassing dat we door een tibetaanse monnik gevraagd worden om te zitten voor een teaching met uitleg van enkele mantra's, meditatie en gebed met boterlampjes.

De toon is hiermee gezet in de groep en vol verwachting en vertrouwen kijken we uit naar wat we allemaal gaan tegenkomen op onze reis!

 

 

 

 

Lees meer...

‘OP DE GRENS!’

Changthapu (1804m) is het meest oostelijke stadje in Nepal. Vandaar is het een zware, lange dag klimmen naar Phalut, letterlijk op de grens tussen Nepal en Sikkim. En de volgende ochtend net voor zonsopgang naar het uitzichtpunt Sandakphu (3636m). De beloning is -zelfs op een heiige dag- een indrukwekkend Himalaya panorama: Kanchenjunga (8586m),  Khumbakarna  / Mt. Jannu (7710),  Chomo Lonzo, (7804m),  Makalu (8463m),  Lhotse (8516m) en… zelfs Mt. Everest (8848m)!

 

Lees meer...

‘PELGRIMSTOCHT NAAR DURGA DEVI’

De Pathibara Devi tempel is een van de meest heilige bestemmingen voor pelgrims in Nepal. De lange en steile klim naar de top op 3800m begint bij zonsopgang in Thulo Phedi (3100m). Jong en oud is vastberaden deze tocht te volbrengen want eenmaal boven vervult Durga de wensen van alle pelgrims die tot haar zijn gekomen.

 

Lees meer...

‘WEERZIEN MET NEPAL’

8 Miles High slapen en wakker worden met uitzicht op de Himalaya…
Met de taxi door de vrolijke hectiek van het Shivaratri-feestgewoel…
Bijkomen van de jetlag in een schitterende, serene quarantaine-kamer…

 

Lees meer...

‘DE LEEGTE VAN DE LOCKDOWN’

Marken. Voorheen op elke willekeurige weekend- of vakantiedag overspoeld door hordes toeristen, nu spookachtig leeg vanwege de lockdown. Het levert in dit prachtige licht unieke beelden op, helaas wel met een trieste ondertoon…

 

Lees meer...